De Belg betaalt veel aan de overheid, maar krijgt er weinig voor terug. Dat is de conclusie van de “waar-voor-je-geld”-index van Petercam.
De vermogensbeheerder onderzoekt elk half jaar de “duurzaamheid” van het overheidsbeleid van de Oeso-landen en zet dat af tegen de fiscale druk.
De duurzaamheid van het overheidsbeleid wordt berekend op basis van een 55-tal criteria, waaronder milieu, gezondheidszorg, opleiding of economie. De hoogste scores zijn voor de Scandinavische landen en Zwitserland. België zakt één plaats op deze lijst, van 12 naar 13.
‘België blijft een slechte leerling op milieugebied en de ecologische voetafdruk is bij de slechtste van de bestudeerde landen. Toch is er op het vlak van klimaatverandering een duidelijke vooruitgang opgetekend’, zegt Petercam. ‘Maar op het gebied van welvaartsverdeling en gezondheid was er een relatieve achteruitgang, vooral als gevolg van het hoge aantal zelfmoorden.’
Als de duurzaamheidsscore vergeleken wordt met de fiscale druk, staat België op de op vier na laatste plaats. Enkel Frankrijk, Italië, Griekenland en Hongarije doen nog slechter. In deze “waar-voor-je-geld”-index staat Zwitserland op de eerste plaats.
‘Aangezien de economische en financiële crisis de overheden onder druk zet om de kosten te verlagen en inkomsten te verhogen, is de fiscale druk in België gestegen. Gecombineerd met een lagere duurzaamheidsscore, blijft België een van de landen met de slechtste verhouding tussen output en belastingdruk,’ meent Petercam. Landen die minder duurzaam zijn, maar ook minder belastingen heffen zoals de VS, scoren dus hoger in de rangschikking.
(belga)